Leerdoelen
Leerdoelen kwartaal 2
4.1.1. Krachten zijn wat iets of iemand in beweging brengt.
4.1.2. De eerste wet van Newton geeft aan dat als de resulterende kracht nul is dat de snelheid niet veranderd, als iets met een constante snelheid beweegt is de resulterende kracht dus ook nul. Om iets tot stilstand te brengen moet er dus extra kracht komen zodat de snelheid veranderd. Als de tegengestelde kracht evenveel is komt het dan tot stilstand.
4.1.3. Massa is hoeveel materie iets bevat, zwaartekracht is de kracht die materie naar elkaar toe trekt en gewicht is hoe sterk de zwaartekracht voor iets of iemand is, dit verschilt voor hoe sterk de zwaartekracht is en hoeveel massa iets heeft.
4.2.1. Een eenparige beweging betekent dat de snelheid niet veranderd, bij een versnelde beweging beweegt het telkens sneller en bij vertraagde beweging beweegt het telkens sneller, dit is uit te leggen met resulterende kracht en dus de eerste en tweede wet van Newton. De eerste wet legt uit dat er nul resulterende kracht is
Je beschrijft het verschil tussen de eenparige en versnelde of vertraagde beweging met de af- of aanwezigheid van een resulterende kracht en je licht dit toe met s-t- en v-t diagrammen. Je weet wat een raaklijn is en kunt hem gebruiken.
4.2.2. Je legt de veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van letsel in het verkeer (valhelm, autogordels, veiligheidskooi, kreukelzone, airbag, hoofdsteunen) uit.
- In het verkeer zijn er veel maatregelen genomen om letsel te voorkomen, op de weg zelf (een vangrail), maar ook in voertuigen.
In auto's zitten veel veiligheidsmaatregelen, bijvoorbeeld: autogordels, airbags, hoofdsteunen, veiligheidskooi, kreukelzone.
Als je in een ongeluk terechtkomt houden autogordels je in je stoel, ze zorgen ervoor dat je niet door de auto wordt geslingerd en als je voorin zit, dat je hoofd niet tegen de voorruit komt.
Airbags blazen op en zorgen dat de impact op je lichaam verminderd wordt.
De kreukelzone in een deel van de auto die kreukelt bij impact, vangt de krachten op en meerdere richtingen opstuurt.
Hoofdsteunen
voorkomen nekletsel zoals whiplash.
4.2.3. Je past het verband tussen stopafstand, remweg en reactieafstand toe (stopafstand=reactie-afstand+remweg).